Golden Retriever

De Golden Retriever

Rasstandaard

Golden Retriever (111)

Origine:
Groot-Brittannië

Algemeen beeld:
Moet een evenredig gebouwde, levendige, krachtige hond met vaste gangen zijn, die praktisch en goed in elkaar zit, met een vriendelijke uitdrukking.

Karaktereigenschappen:
Gehoorzaam, intelligent en met een natuurlijke jachtaanleg.

Aard:
Gemoedelijk, vriendelijk en vol zelfvertrouwen.

UITERLIJK:

Hoofd en Schedel:
Het hoofd moet in balans zijn en fijn besneden met een brede, maar niet te grove schedel; goed geplaatst op de hals, met een krachtige, brede en diepe snuit. De lengte van de voorsnuit dient gelijk te zijn aan de afstand tussen de duidelijke stop en de occiput. De neus dient bij voorkeur zwart te zijn.

Ogen:
Donker bruin, goed uit elkaar geplaatst, met donkere oogranden.

Oren:
Van matige grootte en geplaatst op gelijke hoogte met de ogen.

Gebit:
Sterke kaken met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit; d.w.z. de tanden van de bovenkaak net voor, maar rakend aan die van de onderkaak.

Hals:
Dient van een goede lengte te zijn, droog en gespierd.

Voorhand:
Voorbenen recht met goed bone, schouders goed naar achteren liggend, schouderblad lang met even lange opperarm, waardoor de benen goed onder het lichaam geplaatst zijn. Ellebogen goed aansluitend.

Lichaam:
Evenredig gebouwd, lendenen kort, diep in de hartstreek. Ribben diep en goed gewelfd. Rechte bovenbelijning.

Achterhand:
Lendenen en achterbenen sterk en gespierd, met goede schenkels en goed gebogen knie. Lange sprongen. Van achteren gezien moeten de benen recht zijn en niet naar binnen of buiten knikken. "Koehakken" erg ongewenst.

Voeten:
Ronde kattenvoeten.

Staart:
Aangezet en gedragen op dezelfde hoogte als rug en net lang genoeg om de hak te reiken, zonder krul aan het eind.

Gangwerk:
Krachtig en stuwend. Recht en vlak zowel voor als achter. Van opzij gezien moet het gangwerk een lange, vrije pas vertonen zonder een spoor van steppen met de voorbenen.

Kleur:
Elke tint van goud tot roomkleur, maar noch rood, noch mahonie. Enkele witte haren op borst alleen, toegestaan.

Beharing:
Vlak of golvend met goede bevedering en dichte, waterbestendige ondervacht.

Hoogte:
Schofthoogte reuen: 56 - 61 cm. Teven: 51 - 56 cm.

Fouten:
Elke afwijking van de hierboven genoemde punten moet als fout worden aangemerkt en per fout moet worden beoordeeld hoe ernstig deze is.

N.B.: Reuen moeten twee duidelijk normale teelballen hebben die volledig in het scrotum zijn ingedaald. 
Alleen functionele en klinisch gezonde honden, met een typische conformatie mogen gebruikt worden voor de fok.  

Foto's

Ziektes

Heupdysplasie (HD) is een ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren spelen ook een rol bij de ontwikkeling. Een hond kan veel last hebben van HD, maar dat hoeft niet. Aan de buitenkant kun je niet zien of een hond HD heeft, dus als je hond goed kan lopen, hoeft dat nog niet te zeggen dat zijn heupen perfect zijn. Om echt te kunnen zien of je hond HD heeft, zijn (digitale) röntgenfoto’s van zijn heupen nodig.

Beoordelen van de HD-foto’s

Een speciale commissie kijkt bij het beoordelen van de foto’s naar de vorm van de heupkommen en de heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de heupkommen en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de heupgewrichten.

Een indicatie voor de kwaliteit van de heupgewrichten is de zogenaamde "Norbergwaarde". Hoe hoger de Norbergwaarde, hoe dieper de kop van het bovenbeen in de kom van de heup zit. Als de kop diep in de kom zit, dan zit dat vaak goed stevig en is er minder kans op botwoekeringen en andere problemen. Een hond met ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de gewrichtsdelen en kan vaak niet meer de hoogste score (A) halen.

Een normale of zelfs hoge Norbergwaarde betekent helaas niet zonder meer dat de betreffende hond goede heupgewrichten heeft. De uiteindelijke HD-beoordeling is namelijk ook van meerdere factoren afhankelijk, zoals de aansluiting van de gewrichtsdelen en eventuele botafwijkingen. Er is een rechtstreekse koppeling tussen de ernst van de botafwijkingen en de uitslag: zeer lichte botafwijkingen (1) leiden tot de beoordeling HD B, lichte botafwijkingen (2) leiden tot de beoordeling HD C, en ernstige botafwijkingen (3) leiden tot de beoordeling HD D.

Er kan ook sprake zijn van "vormveranderingen". Meestal gaat het dan om een afvlakking van de voorste rand van de heupkom. De aanwezigheid hiervan wordt wel vermeld, maar heeft in het algemeen geen doorslaggevende betekenis voor de einduitslag.
Alle gegevens samen bepalen de definitieve eindbeoordeling. Het kan zijn dat slechts één aspect de doorslag geeft, maar het kunnen ook meerdere factoren samen zijn die de uiteindelijke eindbeoordeling bepalen. Je kunt dit afleiden uit de informatie op het certificaat.

Uitslag van het HD-onderzoek

Er zijn verschillende FCI-einduitslagen mogelijk:

HD A (=negatief): je hond is op basis van de röntgenfoto vrij van HD; dit betekent niet dat je hond geen "drager" van de afwijking kan zijn.

HD B (=overgangsvorm): op de foto’s zijn kleine veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie.

HD C (=licht positief) of HD D (=positief): je hond laat duidelijke veranderingen zien die passen in het ziektebeeld van HD.

HD E (=positief in optima forma): de heupgewrichten zijn ernstig misvormd.

Houd er rekening mee dat een HD A uitslag niet betekent dat je hond nooit last zal krijgen van HD. Omgekeerd betekenen duidelijke misvormingen ook niet dat de hond er beslist last van zal krijgen. Het is wel verstandig om er op te letten dat je (de heupgewrichten van) je hond niet te zwaar belast. In geval van twijfel kun je dit met je dierenarts bespreken.

Bronvermelding: Raad van Beheer Nederland 

Elleboogdysplasie (ED) is een ontwikkelingsstoornis van met name het kraakbeen in de gewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren dragen vaak ook bij aan het ontstaan van deze aandoening. Sommige honden kunnen op jonge leeftijd al ernstige problemen ondervinden door ED. Bij andere honden leiden ernstige misvormingen in het gewricht pas op latere leeftijd tot kreupelheid. Om echt te kunnen zien of je hond ED heeft, zijn (digitale) röntgenfoto’s van zijn gewrichten nodig. Het ED-onderzoek richt zich op vier verschillende aandoeningen van het ellebooggewricht. Al deze aandoeningen kunnen leiden tot misvormingen in het gewricht en kreupelheid. Het aantal te maken röntgenfoto’s verschilt per ras. Internationaal komen beoordelaars samen om te zorgen dat alle landen op gelijke manier de ellebogen beoordelen. Op de website van de International Elbow Working Group (IEWG) kan je de verslagen van hun bijeenkomsten vinden.

Beoordelen van de ED-foto’s

We spreken over ED als een van de volgende aandoeningen in een ellebooggewricht aanwezig is:

OCD (Osteochondritis dissecans): het loslaten van een stukje kraakbeen van de bovenarm.

LPC (Los processus coronoïdeus): het loslaten van een stukje bot van de ellepijp.

LPA (Los processus anconeus): het loslaten van een stukje bot op een andere plaats van de ellepijp.

Incongruentie: een niet goed "passend" gewricht door een te lange of te korte ellepijp ten opzichte van het spaakbeen.

Er kan ook sprake zijn van een meerdere aandoeningen in een gewricht.

Ieder van de genoemde afwijkingen leidt na enkele maanden tot artrose. Artrose kenmerkt zich door:

Veranderingen van het gewricht (botreactie's) die in de loop van het ziekteproces kunnen ontstaan.

Het blijvende karakter van de veranderingen.

Startpijn: kreupele stappen net na het opstaan.

'Er doorheen lopen': beter lopen na enige tijd.

Een terugval na veel inspanning.

Bij het vaststellen volgen we de normen van de "International Elbow Working Group". Het slechtste gewricht bepaalt de einduitslag.

Uitslag van het ed-onderzoek

Er zijn verschillende uitslagen mogelijk:

Vrij

Graad 1 (lichte mate)

Graad 2 (middelmatig)

Graad 3 (ernstig)

Het is op grond van de foto’s niet mogelijk om te voorspellen of honden die niet vrij blijken te zijn van elleboogdysplasie, maar die hiervan geen uiterlijke verschijnselen tonen, later problemen zullen krijgen. Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de aandoening en het gebruik en de aard van de individuele hond.

Laat de hond niet te zwaar worden en vermijd ook anderszins overmatige belasting van de ellebogen als dat mogelijk is. Raadpleeg je dierenarts in geval van twijfel.

Bronvermelding: Raad van Beheer Nederland 

Fokkers

No Hills

2275 Lille
Belgium
Tel.: +32 (0)14/88 08 91

Van 't Straakven

3900 Pelt
Belgium
genefaas.hans@gmail.com

Van 't Nielerdal

3668 Niel-Bij-As
Belgium
Tel.: +32 (0)496/05 76 37

Whispering Reed's

2470 Retie
Belgium
Tel.: +32 (0)14/37 59 39

© Koninklijke Belgian Retriever Club 2020 - Webdesign & maintenance: Dogsite.be